Leuk, al die onderwijsontwikkelingen, maar…hoe verhogen we nu de motivatie bij studenten? En niet nu 1 tip geven, want die werkt toch niet.
Helaas is hier geen pasklaar antwoord op. Je kunt het eigenlijk zien als het bakken van een taart.
Met alleen suiker, of alleen een ei, kom je niet tot een lekkere taart. Het is juist de combinatie van verschillende ingrediënten, die de taart maken. En, het blijft altijd persoonsafhankelijk, voor de een moet er juist meer suiker in, voor de ander liever minder. Voor de een liever geen chocola, terwijl voor de ander chocolade een must is.
Graag deel ik met jullie enkele recepten, waarmee je zelf kunt gaan experimenteren.
Principes die motivatie bevorderen zijn:
Gebruik deze principes in samenhang, het werkt niet om in te spelen op een van deze principes.
Wanneer het jou als docent lukt om het onderwijs zo in te richten dat iedere student zich autonoom, competent en verbonden voelt, en de relevantie voelt en erkent, zul je merken dat de motivatie van de studenten toeneemt.
Hieronder is per element uitgewerkt, wat je concreet terug kunt zien in de praktijk.
Deze voorbeelden zijn gebaseerd op uitwerkingen van Deci & Ryan (2000), Wilfred Rubens, Pink en Prof Dr Robert-Jan Simons
Kijk voor meer tips bij het artikel “Binding".
Studenten zijn ook maar mensen! Iedereen is soms een beetje lui en ongemotiveerd om dingen te doen. En soms hebben studenten gewoon de juiste kick op het juiste moment nodig. Vergelijk het maar eens met een zaadje: op het juiste moment, in de juiste omgevingsomstandigheden beginnen ze te groeien en bloeien. Studenten hebben de juiste omgeving en het juiste duwtje nodig om te bloeien. Extrinsieke motivatie (zoals een goed cijfer halen) is niet perse verkeerd. Toch zou je als docent willen dat studenten intrinsiek gemotiveerd zijn om te leren en te slagen in het vak. Studies hebben aangetoond dat motivatie niet alleen iets van de student is, maar sterk wordt beïnvloed door het sociale klimaat van de klas en de relatie met de leraar. De volgende 8 docentgedragingen zijn gecategoriseerd als autonomie-ondersteunend en motiverend:
Intrinsiek: de motivatie komt van binnenuit, de student is zelf geïnteresseerd in het vak of onderwerp. Deze motivatie is het meest belangrijk voor dieper leren. Deze motivatie is er als, de student besef heeft van de urgentie, het leren betekenisvol is, aansluit bij de behoeften en situatie van de student en het leren relevant is voor de ontwikkeling. Want wees nu eerlijk, hoe gemotiveerd ben jij tijdens een workshop over kennistoetsen, terwijl in jouw vak geen enkele kennistoets voorkomt?
Belangrijke aandachtspunten, zelfs uitgangspunten, om intrinsieke motivatie te bereiken zijn de drie basisbehoeften van ieder persoon: autonomie, relatie/verbinding en gevoel van competentie (Deci & Ryan, 2000 ). Als je voldoet aan deze drie basisbehoeften en combineert met activerend onderwijs, is dat de sleutel tot succes!
Autonomie: Geef studenten invloed op wat ze doen, laat hen meebeslissen in wat en hoe ze leren. Geef keuzevrijheden (bijv. in het thema, de onderzoeksvraag, maar ook in de vorm van een opdracht). En begeleid ze hierin, naar gelang de behoefte. Blended werkvormen bieden de studenten veel extra kansen, omdat zij hiermee zelf het tempo, het tijdstip en de plaats kunnen bepalen. Daarnaast kunnen zij bijvoorbeeld eventuele kennisclips of andere digitale materialen gebruiken om terug te kijken, te herhalen of vooruit te werken.
Relatie/verbinding: Vanuit een goede relatie met docenten en medestudenten, ontstaan er kansen. Omdat studenten zich meer op hun gemak voelen en meer betrokken zijn. Daarnaast is de relatie met het onderwerp/de inhoud essentieel, ook dat verhoogt betrokkenheid.
Competentie: Geef de studenten het gevoel dat ze weten wat ze moeten doen (duidelijkheid) en het vertrouwen dat ze hiertoe in staat zijn. Geef constructieve feedback, stel heldere doelen, maak inzichtelijk welke stappen studenten doorlopen om de doelen te bereiken.
Dit aangevuld met activerende werkvormen die de basisbehoeften aanspreken, zorgen voor hogere intrinsieke motivatie. Studenten worden zo dichter betrokken bij het onderwijs, er is meer interactie (relatie/verbinding), studenten kunnen vaker kiezen waaraan of hoe ze werken (autonomie) en kunnen door activerend te werken hun eigen competentie ervaren. Een win-win situatie voor iedereen.
Extrinsieke motivatie:
Aanvullend op (en nooit los van) bovenstaande, kan motivatie komen door te werken met en te focussen op deadlines, studiepunten en studieadvies. Dit is een noodmaatregel om studenten aan het werk te krijgen die echt niet intrinsiek te motiveren zijn. Je kunt hierbij denken aan beloningen, studiepunten, cijfers, maar ook bijvoorbeeld aan verplichte aanwezigheid.
Motivatie van studenten verhoog je door:
1. Doordacht ontwikkeld onderwijs, gebaseerd op constructive alignment en met de optimale mix tussen onderwijs online, op de campus en in de stad;
2. Zet in op binding / relatie;
3. Zet in op duidelijkheid en verwachtingen;
4. Zet in op keuzevrijheid, meebepalen, verantwoordelijkheden;
5. Maak gebruik van activerende werkvormen;
6. Zorg voor betekenisvol leren en relevantie;
7. Verleid de studenten;
8. Help de studenten! Maak hen bewust van bijvoorbeeld onderstaande sites, help extra met (online) studievaardigheden, het ontlasten en inzetten van je werkgeheugen en voorkomen van Cognitive Overload
Je hebt nog geen lijsten, maak er eerst een aan.